Meteen naar de inhoud

Spelregels

Laatste update: 15 april 2022

  1. Het toernooi wordt gespeeld volgens een combinatie van de regels van de Internationale Volleybalbond (FIVB) met aparte regels voor dit toernooi.
  2. Deelname aan het toernooi geschiedt geheel op eigen risico.
  3. Een team moet zich te allen tijde sportief gedragen tegenover tegenstanders, scheidsrechters en het publiek, dit op straffe van uitsluiting.
  4. Een team bestaat maximaal 10 personen, inclusief de coach. Tijdens de wedstrijd moeten er 6 spelers in het veld staan, waarvan minimaal 2 dames. De deelnemers dienen tenminste de basisschool te hebben verlaten.
    • Mocht 1 dame tijdens een wedstrijd uitvallen, wordt er gespeeld met 4 heren en 1 dame.
    • Mochten beide dames tijdens een wedstrijd uitvallen, wordt er gespeeld met 4 heren.
  5. Per team is er een coach. Deze persoon in verantwoordelijk voor het team. Tevens dient deze persoon zich elke keer voor aanvang van de wedstrijden te melden bij de organisatie.
  6. Per team mag 1 persoon spelen die actief is in NeVoBo-verband als volleyballer.
  7. Een speler mag alleen spelen in het team waarvoor hij zich heeft opgegeven.
  8. Bij blessure mag deze speler op dat moment worden vervangen. Als dit een speler betreft die bij een ander team speelt, moet er de volgende wedstrijddag een andere speler worden gezocht. Dit dient te worden aangegeven bij de wedstrijdleiding / hoofdscheidsrechter. Let wel op dat een heer geen dame kan vervangen.
  9. Elk team dient 2 minuten voor aanvang van de wedstrijd bij het speelveld aanwezig te zijn. Wanneer een team meer dan 3 minuten te laat is, begint het team met een 0-5 achterstand. Komt het team helemaal niet opdagen, worden de beide sets reglementair verloren met 0-25.
  10. Er wordt gespeeld volgens het rallypoint systeem. Elke rally is een punt, ongeacht of het team aan serve is of niet.
  11. Het eerstgenoemde team heeft de opslag, na wisselen van speelhelft heeft het als tweede genoemde team de opslag.
  12. De bal mag van achter de gehele lijn worden opgeslagen. Er mag alleen onderhands opgeslagen worden. Daarbij moet men met twee voeten achter de lijn staan.
  13. De bal mag tijdens de opslag het net raken.
  14. Het team mag de bal hoogstens 3 keer raken om deze terug te spelen naar de andere speelhelft. Het raken van de bal door het blok telt hierbij niet mee. Dus na het aanraken van het blok mag het team de bal nog 3 keer raken, voordat de bal naar de andere speelhelft wordt gespeeld.
  15. Een opslag mag niet worden afgeblokt bij het net.
  16. Er mag ingehouden worden gesmasht. De scheidsrechter beslist hierover.
  17. De bal mag met het hele lichaam worden gespeeld.
  18. De bovenkant van het net mag niet aangeraakt worden tijdens het spelen van de bal bij een aanval of een blok.
  19. Een speler mag tijdens de gehele rally wel op, maar niet over de middellijn komen.
  20. Wanneer de opslag wordt teruggewonnen, mag er worden doorgewisseld op de opslagpositie en linksvoor. Andere wissels zijn niet toegestaan (bij blessures natuurlijk wel). Bij het doordraaien moet men er wel om denken dat er elke keer minstens 2 dames in het veld staan.
  21. Aangeraden wordt om tijdens de wedstrijden geen sieraden te dragen. Volg de aanwijzingen van de scheidsrechter op. Dit ter voorkoming van verwondingen. Brillen zijn op eigen risico toegestaan.
  22. Time-outs zijn niet toegestaan.
  23. Beslissingen van de scheidsrechter zijn bindend. Er kan geen protest worden aangetekend tegen een beslissing.
  24. Elke gewonnen set levert 2 wedstrijdpunten op. Bij een gelijke stand in een set krijgt ieder team 1 punt.
  25. Bij gelijk eindigen van 2 teams (=evenveel wedstrijdpunten) beslist achtereenvolgens:
  1. de onderlinge wedstrijd (in wedstrijdpunten)
  2. puntensaldo van de onderlinge wedstrijd (punten voor minus punten tegen)
  3. het quotiënt van alle punten voor en tegen (punten voor gedeeld door punten tegen)
  4. loting

Bij gelijk eindigen van 3 of meer teams (=evenveel wedstrijdpunten) beslist achtereenvolgens:

  1. puntensaldo van de onderlinge wedstrijd (punten voor minus punten tegen)
  2. het quotiënt van alle punten voor en tegen (punten voor gedeeld door punten tegen)
  3. loting
  1. Wanneer een team zich terugtrekt na het spelen van de voorrondes, wordt bepaald op basis van het aantal behaalde wedstrijdpunten welk team de plaats van het terugtrekkende team inneemt.
  2. Het begin- en eindsignaal wordt centraal gegeven door de wedstrijdleiding.
  3. Een wedstrijd duurt 15 minuten met halverwege de wedstrijd een wissel van speelhelft. Indien men op het teken van de wissel in een rally zit wordt deze uitgespeeld en het punt meegeteld.
  4. Na afloop van een wedstrijd dienen de coaches / aanvoerders van elk team het wedstrijdbriefje te tekenen en in te leveren bij de wedstrijdcaravan.
  5. Op de zaterdag gaan de 25 best presterende teams van de voorrondes spelen in de eerste divisie. De overige 25 teams spelen in de tweede divisie. In de eerste en de tweede divisie wordt wederom gestart met poulewedstrijden.
  6. Na afloop van de poulewedstrijden gaan de vier beste nummers 1 van zowel de eerste als de tweede divisie door. Op basis van punten (en eventueel doelsaldo) gaan nummer 1 en 2 de finale spelen en nummer 3 en 4 spelen voor de 3e plaats.
  7. In de finale van de tweede divisie wordt 1 set gespeeld tot 25 punten, met twee punten verschil. De finale van de eerste divisie gaat om twee gewonnen sets tot 25 punten met twee punten verschil. Een eventuele derde set gaat tot 15 punten met twee punten verschil.
  8. In de strijd om de 3e plaats wordt 1 set gespeeld tot 25 punten.
  9. De teams dienen zelf te zorgen voor “kundige” puntentellers.
  10. Gebruik voor en tussen de wedstrijden geen alcohol.
  11. Alcoholgebruik binnen het veld tijdens het spel wordt niet toegestaan; wanneer organisatie of scheidsrechter dat constateert kan de betreffende speler / speelster / team uitgesloten worden van verdere deelname.
  12. De toernooileiding / organisatie is niet aansprakelijk voor ongevallen, blessures en diefstal of vermissing van eigendommen tijdens het toernooi.
  13. Wisselbokaal wordt eigendom van een team indien: 3 maal achter elkaar het toernooi gewonnen is of 5 maal in totaal.
  14. Waarin dit reglement niet voorziet, beslist de toernooileiding / organisatie.